Gemmotherapie - genezing door plantenknoppen
Gemmotherapie is een onderdeel van de kruidengeneeskunde (fytotherapie). Het maakt gebruik van de helende eigenschappen van groeiende embryonale plantenweefsels – met andere woorden: de knoppen en jonge scheuten van bomen en struiken.
‘Gemma’ is Latijn voor ‘knop’, en is daarmee de oorsprong van het woord ‘gemmotherapie’, waarvan de eerste toepassingen uit de Middeleeuwen dateren. Want het is al van toen geleden dat bladknoppen in oude artsenijboeken opduiken. Zo heb je populierknoppen nodig voor een populierzalf, en dennenknoppen voor kruidenthee of voor een borstsiroop.
Het is echter de homeopaat Pol Henry, een Belg, die in de jaren 1960 de gemmotherapie zoals we ze nu kennen stichtte. Henry toonde aan dat de mens, die al duizenden jaren plantenextracten gebruikt om te genezen, ook voordeel kan halen uit plantenknoppen, die even alomtegenwoordig als de planten zelf.
Geconcentreerde energie
Een plantenknop bevat alle geconcentreerde vitale energie en alle actieve ingrediënten die nodig zijn voor de ontwikkeling van de plant. Binnenin zijn er miniatuurbladeren, stengels en bloemen in primitief stadium. De knop bevat dus alle kwaliteiten van de latere bloemen, vruchten en bladeren. In feite bevat het embryonale weefsel waaruit de knop bestaat al het genetische materiaal van de toekomstige plant.
Deze plantenweefsels zijn rijk aan nucleïnezuren, aminozuren, fyto-hormonen, vitamines, sporenelementen, mineralen en sap. Veel van de actieve ingrediënten in de knop zijn niet noodzakelijk aanwezig in de volwassen plant, of slechts in kleinere hoeveelheid.
Knoppen voor therapeutisch gebruik worden geoogst in de lente, op een cruciaal punt in hun natuurlijke ontwikkelingscyclus. Omdat ze geplukt worden voor ze uitkomen, behouden ze al hun puurheid en werkzaamheid. Ze blijven gespaard van processen zoals veroudering of verzwakking door vervuiling of pesticiden. De buitenste lagen van de knop beschermen tegen externe elementen. Zoals alle organische leven bereiken knoppen hun grootste vitaliteit op jonge leeftijd.
Maceratie van de knoppen
Waar de kruidengeneeskunde delen van de volwassen plant gebruikt, focust gemmotherapie op embryonale weefsels in volle ontwikkeling. De knoppen worden enkele weken koud gemacereerd (geweekt) in een mengsel van water en alcoholglycerine. Het verkregen extract wordt geconcentreerd maceraat genoemd omdat het geen verdunning ondergaat.
Deze techniek maakt het mogelijk om alle deugdelijke bestanddelen en vitale energie aan de knoppen te onttrekken. De zo verkregen remedies bevatten alle werkzame eigenschappen van de hele plant, dus zowel die van de bloem, de bladeren en de vruchten als van de stam en de wortels.
Het geconcentreerde maceraat van de zilverlinde (Tilia tomentosa) heeft bijvoorbeeld de kalmerende eigenschappen van de bloemen, maar ook de zuiverende en diuretische deugden van de jonge plantenstammen. Hetzelfde geldt voor het extract van de meidoornknop (Crategus oxyacantha) dat de eigenschappen heeft van zowel de vrucht (goed voor de hartspier) als de bloem (goed voor het hartritme).
Gemmotherapie is geschikt voor alle leeftijden, inclusief kinderen. Voor elke behandeling is het echter raadzaam om het advies op te volgen van uw arts of een andere gezondheidswerker op te volgen, vooral als u zwanger bent of als u bloedverdunners of hartmedicatie neemt.